Beplanting

Een tuin voelt pas écht goed aan als er harmonie is in de beplanting.

De aanwezigheid van alle groenlagen en een gevarieerde plantenkeuze zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. Een bloemrijk gazon, vaste planten, struiken en bomen zorgen voor meer beleving en meer biodiversiteit doordat ze allerlei insecten, bijen, vlinders en vogels aantrekken. Wanneer planten zich ook nog eens prettig voelen in de juiste bodemsoort en het juiste licht, ontstaat een biotoop met een vanzelfsprekend natuurlijk evenwicht.

Inheemse én uitheemse planten

Biodiversiteit wordt vaak met inheemse planten verbonden, maar voor onze fauna is er meer nodig: een tuin die het hele jaar door voedsel aanreikt in de vorm van bessen, zaden, noten en nectar.

Uitheemse soorten dragen bij aan langere bloeiperiodes en meer voedselbevoorrading, vooral in de winter. Een variatie aan soorten en de juiste keuze van in- en uitheemse planten vormen bovendien de basis van een klimaatrobuustere tuin.

Meer natuur, minder beheer

Beheer is onvermijdelijk maar kan wel aanzienlijk verminderd worden, bijvoorbeeld door een stukje kruidengazon of een bloemenweide aan te leggen. Een bloemenweide moet maar één keer per jaar gemaaid worden, een kruidengazon om de drie tot zes weken. Bovendien is het raadzaam om verschillende delen op verschillende tijdstippen te maaien (als alles in één keer wordt gemaaid, verliezen veel insecten en amfibieën in één klap al hun voedsel).

Interesse in een samenwerking?